Close-up . Goochelen kun je doen aan een tafel , met kleine voorwerpen , terwijl de toeschouwers er met hun neus bovenop staan . De goochelaar praat voortdurend met zijn publiek . Close-up goochelen gebeurt vaak met gewone spullen : speelkaarten , munten , balletjes of zakdoeken .
Illusionisme Een illusionist treedt altijd op een toneel op . Hij maakt veel spektakel , zaagt mensen door , laat olifanten verdwijnen . Meestal gebeurt dat op harde muziek , met veel rook en soms met wind . Illusionisten zien er meestal heel stoer uit . Een bekende truc : een assistente stapt in een kist , die goed wordt afgesloten . Daarna wordt de kist doormidden gezaagd . Toch stapt de assistente hierna weer helemaal heel uit de kist ! Hoe is het mogelijk ?
Manipulatie Manipulatie is voor sommigen de enige echte manier van goochelen . De manipulator grijpt kaarten , ballen of sigaretten uit de lucht en laat die tussen zijn vingers door rollen alsof ze eraan vastgeplakt zijn . Zulke goochelaars hebben ontzettend lenige vingers . Ze zien er meestal heel netjes uit . Ze goochelen zonder te praten op mooie , rustige muziek . Een wereldberoemde truc : tussen zijn vingers tovert de manipulator één voor één balletjes tevoorschijn . Bekend is ook het uit de lucht grijpen van kaarten . Soms één voor één , soms hele waaiers tegelijk .