De hamster is een knaagdier . Ze knagen met hun tanden als ze naar voedsel zoeken . Hun scherpe voortandjes blijven doorgroeien . Als de tanden te lang worden dan krijgen ze moeite met eten en dan kunnen ze doodgaan van de honger . Om hun tanden kort te houden knagen ze aan alles wat hard is .
Hamsters zijn gemakkelijke eters . Ze stoppen hun voer in hun wangzak . Ze eten het dan later op . Vroeg in de avond geef je een hoofdmaaltijd , hier zit in : gestreepte zonnebloempitten , tarwe , pinda’s en geperst voer .
's Ochtends geef je vers voer , hij mag iedere dag groene blaadjes , vers fruit , groente en iets lekkers zoals kaas of een hard gekookt ei . Zijn eten en drinken moet in een bakje / flesje dat hij niet om kan gooien . Ze zitten graag in de etensbak .
Hamsters spelen veel , ze kruipen in buizen , rennen door het molentje of kruipen in je kleren . Ze verstoppen zich graag op donkere plekjes . Als je een hamster oppakt dan kunnen ze bijten . Je moet hem eerst aan je hand laten snuffelen , zodat hij je geur kan herkennen . Laat hem zelf op je hand lopen . Als je hem ergens anders neer wil zetten , maak dan van je handen een kommetje .