Het volgende stuk tekst komt uit 'De Heksen' van Roald Dahl .
Waar je een heks aan kunt herkennen . De volgende avond nam mijn grootmoeder mij na mijn bad mee naar de woonkamer , voor nog een verhaaltje . 'Vanavond , ' zei de oude vrouw , 'zal ik je vertellen waaraan je een heks kunt herkennen als je er een tegenkomt . ' 'Kun je het altijd zeker weten ? ' vroeg ik . 'Nee , ' zei ze , 'dat kun je niet . En dat is nou juist het probleem ! Maar je kunt het wel vaak raden . ' 'In de eerste plaats , ' ze zei , 'draagt een echte heks altijd handschoenen wanneer je haar tegenkomt . '
'Toch zeker niet altijd , ' zei ik . 'Toch niet zomers wanneer het heet is ? ' 'Zelfs in de zomer , ' zei mijn grootmoeder . 'Ze moet wel . Wil je weten waarom ? ' 'Waarom dan ? ' vroeg ik . 'Omdat ze geen nagels aan haar vingers heeft . In plaats van nagels heeft ze dunne gekromde klauwen , net als een kat en ze draagt handschoenen om die te verbergen . Maar ja , heel wat keurige dames dragen handschoenen , zeker 's winters , dus zoveel heb je daar niet aan . ' 'Heksen hebben zelfs binnenshuis handschoenen aan . Ze doen ze alleen uit wanneer ze naar bed gaan . '
'Hoe weet jij dat allemaal' , grootmoeder ? ' 'Val me niet in de rede , ' zei ze . 'Neem het alleen maar goed in je op . Het tweede dat je moet onthouden , is dat een echte heks altijd kaal is . ' 'Kaal ? ' vroeg ik . 'Zo kaal als een hardgekookt ei , ' zei mijn grootmoeder . Dat schokte me diep . Er zat iets onfatsoenlijks in het idee van een kale vrouw . 'Waarom zijn ze kaal grootmoeder ? ' 'Vraag me niet waarom , ' snauwde ze 'Maar je kunt van mij aannemen , dat er geen enkel haartje groeit op een heksenschedel . ' 'Wat afschuwelijk ! ' 'Walgelijk , ' zei mijn grootmoeder . 'Als ze kaal zijn kun je ze gemakkelijk herkennen , ' zei ik .
'Helemaal niet , ' zei mijn grootmoeder . 'Een echte heks draagt altijd een pruik om te verbergen dat ze kaal is . Ze draagt een eerste klas pruik . En het is bijna onmogelijk een eerste klas pruik van echt haar te onderscheiden , tenzij je er aan trekt om te zien of hij los zit . ' 'Dat zal ik dan moeten doen , ' zei ik . 'Doe niet zo mal , ' zei mijn grootmoeder . 'Je kunt toch niet iedere dame die je tegenkomt aan haar haar gaan trekken . Probeer maar eens , dan zie je wel wat er gebeurt . ' 'Dus daar heb je ook niet veel aan , ' zei ik .
'Aan die dingen op zich heb je niet zoveel , ' zei mijn grootmoeder . 'Maar wanneer je ze bij elkaar optelt , dan komt er wel iets uit . Bedenk wel , ' vervolgde ze , 'die pruiken vormen een groot probleem voor heksen . ' 'Wat voor probleem , grootmoeder ? ' 'Je hoofdhuid gaat er ontzettend van jeuken , ' zei ze . 'Zie je , wanneer een toneelspeelster een pruik draagt , of wanneer jij of ik een pruik zouden dragen , dan zetten we hem op over ons eigen haar heen , maar een heks draagt hem zomaar op haar blote hoofd . En de onderkant van een pruik is altijd heel ruw en kriebelig . De huid gaat er vreselijk van jeuken . Ze krijgt er gemene wondjes van op haar hoofd . Pruikuitslag noemen heksen dat . En dat kan jeuken ! '
'Waar kan ik een heks nog meer aan herkennen ? ' vroeg ik . 'Kijk naar haar neusgaten , ' zei mijn grootmoeder . 'Heksen hebben iets grotere neusgaten dan gewone mensen . De rand van elk neusgat is roze en gewelfd , zoals de rand van sommige schelpen . ' 'Waarom hebben ze zulke grote neusgaten ? ' vroeg ik . 'Om beter te kunnen ruiken , ' zei mijn grootmoeder . 'Een echte heks kan verbazend goed ruiken . Zelfs in een stikdonkere nacht kan ze een kind aan de overkant van de straat ruiken . '