1 . Soldaat Martinus werd heel lang geleden in het land Hongarije geboren . Hij was een Romein . Toen hij groot genoeg was werd hij soldaat . Hij kreeg een mooie rode mantel . Mensen konden zien dat hij een soldaat was omdat hij deze rode mantel droeg . 2 . Arme man Op een dag zag Martinus een arme man naast de weg . Hij was een bedelaar en had het koud . “ Help mij “ , zei de bedelaar . Martinus gaf hem brood en sneed zijn mantel door midden . Dit gaf hij aan de arme man . De andere helft hield Martinus zelf . Anders zou hij de stad niet meer in mogen komen . De mantel was het bewijs dat hij soldaat was . 3 . Jezus De mensen zagen dat Martinus zo goed was geweest . Martinus vertelde dat hij van Jezus hield en dat hij net zoals Jezus de arme mensen wilde helpen . Toen zeiden de mensen dat hij Bisschop moest worden en geen soldaat . Dit was een belangrijke taak in de kerk . Vanaf die dat noemden ze hem Sint Martinus . Toen Sint Martinus 80 jaar was is hij gestorven . Het was op 11 november in 397 . 4 . 11 november Op 11 november vieren we nu Sint Maarten . Vroeger was het een bedel feest . De arme mensen mochten dan langs de huizen gaan om te bedelen om eten of kleding . Zo hadden ze genoeg om de koude winter door te komen . Op 11 november was ook de dag dat de oogst was binnen gehaald . De koeien gingen weer op stal . Tegenwoordig is het een kinderfeest . De kinderen gaan met hun lichtjes of lampion langs de deuren voor snoepjes en fruit . Ze zingen liedjes van Sint Maarten .