Buiten is alles nog kaal en de grond is overal nog zwart . En al zijn er soms zonnige dagen , het is vaak nog ijzig koud . Maar toch… . De lente komt eraan . Dat kun je aan heel veel dingen merken . In de winter zitten er geen bladeren , maar wel knoppen aan de bomen . Daar heeft de boom in de herfst al voor gezorgd . Hij heeft al voor de winter zijn blaadjes en bloemen keurig opgevouwen en in doosjes gestopt . Knoppen als doosjes , prima beschermd tegen de kou en klaar voor de start in het voorjaar . De schubben van de knop liggen als dakpannen over elkaar . In de eindknop zit een complete tak met bladeren . En soms ook met bloemen . Op de tak zitten ook zijknoppen . Die zijn wat kleiner dan de eindknop . Er zitten ook kleine zijknoppen . Die zitten op de reservebank . Ze mogen pas uitkomen als de andere knoppen weigeren . We noemen deze kleine zijkopjes slapende knoppen .
Op een tak zitten ook dichtgroeide wondjes . Dat zijn littekens . Zodra er een blad van de boom valt , ontstaat er een wondje . Dat wondje groeit dicht , maar het bladlitteken blijf je zien . De knopschubben van de eindknop laten ook littekens achter . Bij een kastanjetak is dat een rijtje rimpeltjes die om de tak heen loopt . Zo’n rimpeltje noemen we ringlitteken . Elk jaar komt er een ringlitteken bij . Aan het aantal ringlittekens kun je dus zien hoe oud de tak is . Aan de tak zitten verschillende soorten knoppen . Helemaal aan de top van de tak zit de eindknop . In de zomer herken je bomen aan hun bladeren . In de winter kun je ze herkennen aan de knoppen .