De dag brengen egels door verstopt in een nest van bladeren of op een andere donkere plek . Egels bekleden hun nest met bladeren , planten , mossen , grassen . Ze slepen dit in hun bek naar hun schuilplaats . Dit kan een zelf gemaakt hol zijn , maar ook een holle boomstam , een konijnenhol of ook wel onder oude stallen of heggen . 's Nachts gaat de egel op strooptocht in zijn leefgebied . Dat is wel enkele honderden meters groot . Met zijn spitse snuit zoekt hij naar slakken , wormen , kevers of jonge muizen . Hij kan beter ruiken dan zien . Zijn gehoor is zeer goed en met de lange haren aan de zijkanten kan een egel heel goed bodemtrillingen van prooidieren , vijanden , auto's e . d . . opvangen . Voor slangen is de egel niet bang . Als hij door een slang wordt aangevallen rolt de egel zich bliksemsnel op . Als de egel erin slaagt de ruggegraat van de slang door te bijten kan hij hem helemaal opeten .
Wespen- en bijensteken maken een egel niets uit en hij is ook ongevoelig voor veel natuurlijke gifsoorten .
De natuurlijke vijanden van de egel zijn grote roofvogels , uilen , de bunzing en ratten . Daarnaast worden ze wel eens verwond door honden en katten . Andere vijanden van de egel zijn de vos , de das en de bunzing . Meestal lukt het de egel zich snel genoeg op te rollen en dan hebben de vijanden geen kans meer . Het verkeer vormt ook een groot gevaar . Veel egels worden het slachtoffer omdat ze zich oprollen als er een auto nadert .