Stel je eens een wereld zonder kleuren voor . Geen geel behang op je slaapkamer . Geen roze aardbeienijs . Geen blauwe spijkerbroek en geen paarse speldjes in je haar .
Alles zou zwart , wit of grijs zijn . Grijs snoep , grijze bomen , grijze Lego-steentjes en grijze kleren . Zo’n wereld zou ontzettend saai en somber zijn . En je zou het ook veel moeilijker hebben . Want hoe moet je dan een rijpe banaan herkennen ? En hoe weet je of het stoplicht rood of groen is ? Of welke pion de jouwe is als je een bordspel speelt ?
Gelukkig is alles om ons heen vol kleuren . Je kunt niet eens zeggen hoeveel het er zijn , zoveel verschillende tinten zijn er alleen al van één kleur . Denk maar aan lichtblauw , hemelsblauw , korenblauw , zeeblauw , donkerblauw , paars-blauw enzovoort . Kleuren zijn belangrijk , ze doen je wat . Je hebt vast zelf ook een lievelingskleur .
Ook onze taal zit vol kleuren . Je kunt iets bijvoorbeeld ‘in geuren en kleuren’ vertellen . Dan vertel je iets heel levendig , zodat iedereen je begrijpt . Je kunt ook blauw zien van de kou of groen van jaloezie . En je kunt rode oortjes hebben van het luisteren .